Duurzaam, efficiënt en toekomstgericht: de aanscherping van de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) markeert een nieuwe fase in milieuvriendelijke bouwpraktijken. Met de aangekondigde verlaging van de norm van 0,8 naar 0,5 door Minister de Jonge, staat de bouwsector voor een uitdaging. Deze norm, die de milieu-impact van bouwmaterialen en de duurzaamheid van gebouwen beoordeelt, wordt belangrijker dan ooit.
De Milieuprestatie Gebouwen is een score die aan een gebouw wordt toegekend. Het stelt eisen aan de milieu-impact van materialen, energiezuinigheid en de levensduur van een gebouw. De MPG-score wordt als volgt berekend:
MPG = MKI.bw/(A.bvo*Lbw)
Waarbij:
De Milieu Kosten Indicator (MKI) wordt bepaald door een levenscyclusanalyse (LCA), die de milieu-impact van productie, gebruik, recycling en afvalverwerking van materialen meet. Hoe lager de kosten, hoe beter de milieuprestatie.
Voor de LCA worden materialen beoordeeld met behulp van Productkaarten, die in drie categorieën worden verdeeld:
Een van de problemen is dat voor veel bouwproducten nog geen specifieke data beschikbaar is in categorie 1 en 2, waardoor generieke data (categorie 3) gebruikt moeten worden. Dit kan de milieuscore negatief beïnvloeden, zelfs als de producten in werkelijkheid een lagere milieuscore zouden kunnen hebben. Gelukkig werken organisaties zoals Centrum Hout en de VVNH aan het uitvoeren van LCA's voor gevelbekleding van Zuid-Amerikaans hardhout (categorie 2). Deze data zullen naar verwachting eind 2024 beschikbaar zijn, wat gunstig is voor tropisch hardhout.
Naast de aanscherping van de MPG is besloten om alle 19 impactcategorieën mee te nemen in de LCA-berekening. Impactcategorieën zijn aspecten waarop de milieu-impact wordt beoordeeld, zoals:
Deze categorieën worden berekend en omgezet naar een bedrag dat de schade aan mens en natuur weerspiegelt, ook wel schaduwkosten genoemd. Tot nu toe werden slechts 11 impactcategorieën meegenomen in de MKI-berekening. De uitbreiding naar 19 categorieën heeft echter kritiek ontvangen, omdat de wetenschappelijke basis nog niet volledig is getest. In de praktijk leidt dit ertoe dat biobased materialen slechter scoren dan voorheen. Een voorbeeld hiervan is de impactcategorie “Fijnstofemissies”. Vaak wordt bij hout aangenomen dat het na de gebruiksfase wordt verbrand, waarbij veel fijnstof vrijkomt. Dit heeft een negatieve invloed op de milieuscore.
Na beraad ziet de Tweede Kamer in dat deze aanscherping het veelal moeilijker maakt om materialen op een eerlijke manier met elkaar te vergelijken. Daarom is de ingangsdatum uitgesteld tot 1 juli 2025 in plaats van 1 januari. In deze periode zal worden gekeken of er een regeling kan worden getroffen om richting een eerlijke vergelijking van de impactcategorieën te gaan. Hoe dit er precies uit komt te zien is nog onbekend, maar de intentie is om ervoor te zorgen dat houtbouw door de nieuwe regeling niet buitenspel wordt gezet. (de meeste mensen weten wel dat een boom die teruggroeit de betere optie voor het milieu is dan bijvoorbeeld metalen of minerale grondstoffen)
Bij van den Berg Hardhout hopen we dat de milieuberekeningen van de toekomst een eerlijke vergelijking van de milieukosten geven. Hout als bouwmateriaal is koploper in het versnellen van de transitie naar duurzaam bouwen, en een paar aanscherpingen van regels of een andere methode van berekenen kunnen hier een grote invloed op hebben.
Een eerste stap is dat er wordt gewerkt aan het uitvoeren van LCA’s voor producten zoals gevelbekleding van Zuid-Amerikaans tropisch hardhout. Deze gegevens, die naar verwachting eind 2024 beschikbaar zullen zijn, kunnen leiden tot een nauwkeurigere milieu-impactbeoordeling van veel van onze houtsoorten. Dat is belangrijk aangezien de markt met deze strengere eisen zal moeten werken.
Als importeur zijn we ons bewust van de kracht van (hard)hout, en daarom blijven we ons inzetten om hout te leveren voor allerlei mooie projecten. De regels worden strenger en dus moet er scherper aan de wind worden gezeild. Een uitdaging? Zeker, maar niet onmogelijk en hard nodig.